woensdag 12 oktober 2011

Eurycnema goliath


Sinds kort heb ik deze prachtige soort in mijn collectie. Ik heb nimfen uit duitsland opgestuurd gekregen. Deze groeiden zonder noemenswaardige problemen op tot subadult. Ik voer de dieren uitsluitend eucalyptus.  Alle Eurycnema soorten komen uit AustraliĆ«. En eucalyptus is daar hun vornaamste voedselplant.

Om de beesten ook de laatste vervelling goed te kunnen laten doorstaan is echter nog niet zo makkelijk. Door 's morgens en 's avonds te sproeien heb ik toch 2 vrouwtjes volwassen gekregen. 2 vrouwtjes hebben de vervelling van subadult naar adult niet overleefd. Bij de mannen was er in de laatste fase geen uitval meer.

De dieren zijn goed te hanteren. Wanneer je ze te ruw benaderd zullen de dieren hun vleugels spreiden en ook met hun achterpoten trappen om zich te verdedigen.

De soort is nauw verwant met Eurycnema osiris.  Deze soort is zover mij bekend echter niet meer in cultuur.
Het ei van Eurycnema goliath geribbeld en niet glad. Dit in tegensteeling tot de eieren van Eurycnema osiris die glad zijn. Er zijn natuurlijk ook bij de dieren verschillen in kenmerken. Het is echter wel frappant dat je soms al aan de eieren de soort wandelende takken kan herkennen. Zelfs als ze uit dezelfde familie komen.



zaterdag 25 juni 2011

Phylium Giganteum

Phylium Giganteum is het grootste wandelende blad in cultuur. De vrouwtjes kunnen 10 tot 11 cm groot worden.

In cultuur komen geen mannetjes voor. De soort is dus pathogenetisch. Dit betekend dat de eitjes onbevrucht zijn en er dus alleen nieuwe vrouwtjes geboren worden.
Dit maakt het kweken van deze soort phylliums een stuk eenvoudiger. In het verleden heb ik al eens gepoogd om Phyllium bioculatum var pulchrifolium te kweken. Ik had hier echter een te kleine kweekgroep van. De mannetjes groeien veel sneller (vervellen ook 1 maal minder) dan de vrouwtjes. Bovendien leven de mannetjes korter. Hierdoor had ik slechts zeer korte tijd een volwassen koppeltje bij elkaar vrouwtje. Het mannetje stierf vrij snel nadat de man volwassen was. Nu zijn Phylliums zowiezo niet de makkelijkste takken om te kweken. Kortom de kweek mislukte volledig.

Dit probleem heb je dus niet met deze Phyllium soort. Bij mij gaat de kweek dan ook voorspoedig. Ik heb wel gezorgd dat de beestjes een luchtige maar ook vochtige omgeving hebben. Ze zitten in een exo terra bak van 30x30x45cm. De bovenkant van deze bakken is van gaas en daarbovenop heb ik een computer ventilator gelegd. Deze blaast ieder uur 1 minuut. De luchtverplaatsing stimuleert de dieren om te eten. Op de bodem van de bak ligt een dikke laag keukenpapier. Het keukenpapier houd ik constant vochtig. Onder meer door er een flesje cola met water ondersteboven op te zetten. In de dop zit een klein gaatje en op die manier loopt het flesje in ongeveer 5 dagen leeg. Het keukenpapier zuigt het flesje leeg zodra het te droog wordt. Verder sproei ik geregeld (eens in de 2 a 3 dagen). Op deze manier lukt het me om alle dieren veilig door de vervellingen te krijgen. Zijn ze eenmaal adult dan zijn er geen noemenswaardige problemen meer. Op dit moment heb ik 2 adults en 3 subadults. Een mooie soort om te houden.

zondag 10 april 2011

Alienobostra brocki

Na lange tijd weer eens de moeite genomen om een stukje te schrijven over de kweek van mijn wandelende takken.
Alienobostra brocki is geen moeilijke soort. Ze eten gewoon braam en eten ook niet zo veel. Ze worden redelijk groot. Volgens de PSG lijst worden de ♀ 13 tot 17 cm. groot. Bij mij halen de ♀ maar net de 13 cm.


De mannetjes hebben duidelijk cerci (haken aan het einde van het abdomen) die ze gebruiken om het vrouwtje vast te houden bij het paren. Overigens duurt de paring heel lang. De mannetjes hebben niet zoveel zin om een vrouwtje lost te laten wanneer ze eenmaal vast zitten.


De dieren zijn redelijk hanteerbaar. Ze bewegen wel veel en bij het geringste zuchtje wind gaan ze al aan de wandel. Ze kunnen echter niet vliegen, en hebben ook niet de neiging om weg te springen.

De soort is niet heel veel in kweek. Blijkaar vinden veel mensen het niet zo'n bijzondere tak. En dat is precies de reden waarom ik ze wel kweek. Toch leuk zo'n takje die bijna niemand wil ;)

Tot slot zie je hieronder nog een detail van de paring.

maandag 27 september 2010

Mearnsiana bullosa



Dit is een soort die niet zo groot word. Wat wel opvalt is dat de mannetjes zo fel gekleurd zijn en zo glanzen dat het lijkt of ze van plastic zijn. De soort hoeft niet zo warm te zitten. Ze zijn in 2008 meegenomen van Mount Apo, Mindanao Philipijnen. Bovenop de berg is het vrij koud. Het is er wel erg vochtig. Je moet ze dus wel goed vochtig houden.


zondag 26 september 2010

Cranidium gibbosum

Nou al een tijdje niks geschreven op dit blog. Wordt wel weer eens tijd.


Mijn Cranidium gibbosum zijn nu volwassen. Het zijn 8 vrouwtjes en 3 mannetjes. Het zijn ontzettend mooie beesten. Ze zijn goed te hanteren. De mannetjes willen wel eens wegvliegen maar voor de rest zijn ze redelijk rustig. Het is nog niet gelukt om goede fotos te maken van een mannetje. De volgende keer weer eens proberen.

woensdag 7 juli 2010

Acrophylla wuelfingi



De grootste tak die ik momenteel heb meet 22 cm. Het is een vrouwtje Acrophylla wuelfingi. Helaas heb ik geen mannetje en aangezien ik geen parthenogenetische cultuur wil, mede omdat er genoeg sexuele kweken zijn, zal zij geen nakomelingen krijgen. Wellicht dat ik na de zomervakantie nog aan een mannetje zal proberen te komen of dat ik bevruchte eitjes zal vragen. Ze heeft nog 4 zussen die allen samen zo ontzettend veel eten dat het maar met moeite aangesleept kan worden. Om de 2 dagen nieuwe braam en als het lukt eucalyptus verversen. Ja ja, je moet er wat voor over hebben wanneer je deze soort wilt kweken.
Op de foto bij de roos zie je prachtig de tekening op de thorax en de aanzetten van de vleugels.

zaterdag 22 mei 2010

Haaniella dehaanii

Vandaag even de tijd genomen om wat foto's te schieten van Haaniella dehaanii. Ik had op de Phasma meeting 2 vrouwtjes en 1 mannetje gekregen. 1 vrouwtje was adult en de rest was sub-adult. Het mannetje heeft het niet overleefd dus ik moest op zoek naar een mannetje. Dat viel nog niet mee. Van alle Haaniella soorten is dit toch degene die het meeste in kweek is. Toch had eigenlijk niemand die ze kweekt een mannetje over. Uiteindelijk heeft Ingo voor mij uit Duitsland enkele mannetjes meegenomen naar de meeting afgelopen april. Ook van Kjell heb ik een mannetje ontvangen.

De vrouwtjes zijn redelijk agressief. Wanneer je ze stoort maken ze een sissend geluid. Ze zijn minder gekleurd dan Haaniella erringtoniae en ook zijn ze iets kleiner. Ik heb onder in hun verblijf cactusaarde liggen. De eieren laat ik gewoon uitkomen in de bak. Tenminste dat is de bedoeling. Ik denk dat de vrouwtjes nu ongeveer aan de leg zijn. Dat betekent dat rond april 2011 ik mogelijk de eerste nimfen kan zien. Nog eventjes geduld dus.